Dickpics en micro-agressie
1712 lanceert een nieuwe campagnevideo met BV’s en een nieuwe website voor zijn tiende verjaardag. Lize Feryn, Lotte Vanwezemael, Marc Van Ranst, Hilde Crevits, Wouter Torfs, MEAU, Peter Adriaenssens, Kids with Buns en Senne Misplon roepen iedereen op om over geweld te praten en 1712 te contacteren bij vragen hierover. De meeste van hen hebben in hun professionele - of privéleven te maken (gehad) met geweld.
“Of je nu arm of rijk bent, bekend of onbekend, de kans dat je in de loop van je leven geweld meemaakt, als slachtoffer, omstaander of pleger is erg groot”, zegt Wim Van de Voorde, Vlaams coördinator van hulplijn 1712. “Daarom is het zo belangrijk dat de BV’s dit thema zichtbaar en bespreekbaar maken. Tegelijk erkennen sommige BV’s hoe lastig het is om over geweld te praten. Bij 1712 kan iedereen anoniem terecht met zijn verhaal of zijn zorgen.”
Eerder getuigde seksuoloog Lotte Vanwezemael in de media over het online geweld, zoals ongevraagde dickpics, waarmee ze soms te maken heeft. LGBTI+-activist Senne Misplon getuigde over ‘micro-agressies’ en verbaal geweld tegenover seksuele minderheden. Ook viroloog Marc Van Ranst kwam in het nieuws met getuigenissen over online geweld en bedreigingen aan zijn adres. En Lize Feryn was betrokken in de zaak De Pauw waarover ze o.a. getuigde in de documentaire ‘Het proces dat niemand wou’. Amber en Marie van Kids With Buns en singer - songwriter MEAU schreven muzieknummers over hun eigen ervaringen met geweld.
Geen rozengeur en maneschijn
Minister van Welzijn Hilde Crevits en CEO en voorzitter van CAW-groep Wouter Torfs benoemen dat een gezin of een relatie niet altijd een veilig of warm nest is. Een boodschap die kinderpsychiater Peter Adriaenssen bijtreedt. Hij roept mensen op om hun verantwoordelijkheid op te nemen bij vermoedens van kindermishandeling. “Het dominante beeld van een romantische relatie of het gezin als veilig en warm nest strookt niet altijd met de realiteit. In driekwart van de oproepen naar 1712, gaat het over geweld in de relatie of het gezin.”, aldus Van de Voorde.
Mensen aansporen om over geweld te praten
De sociale media campagne wil mensen met een hulpvraag aansporen om over hun ervaringen of vermoedens van geweld te praten met hulplijn 1712. Een opdracht die 1712 al tien jaar uitvoert.
De afgelopen tien jaar kreeg 1712 ongeveer 52.000 unieke oproepen over 66.000 (mogelijke) slachtoffers van geweld, misbruik en kindermishandeling. “Uit al die verhalen weten we dat schaamte één van de meest voorkomende redenen is om hier niet over te praten. Die schaamte komt vaak door eerdere reacties waarin het verhaal of dat van anderen niet geloofd of serieus genomen werd. Een andere reden is dat het geweld vaak door een bekende gebeurt: een familielid, een vriend, (ex-) partner of collega. Dat maakt het allemaal nog lastiger. ”, aldus Van de Voorde.
Nieuwe website: 4 op de 10 hulpvragen online
Voor haar tiende verjaardag lanceert hulplijn 1712 een nieuwe website. Tien jaar geleden verliepen alle hulpvragen telefonisch. Vandaag verlopen bijna 4 op de 10 hulpvragen online, via chat (24%) of mail (13%), waarvoor de website 1712.be de directe toegangspoort vormt.
Beduidend meer minderjarigen, jongvolwassenen en slachtoffers maken gebruik van de chathulpverlening. Oudere mensen en vooral omstaanders van geweld, mensen uit de directe omgeving van een gezin of koppel, contacteren veelal 1712 telefonisch.
De nieuwe website is gebruiksvriendelijker en focust sterker op de dienstverlening en het hulpverleningsaanbod. De website wordt ook in het Engels en in het Frans aangeboden. Hulplijn 1712 is de eerste grote Vlaamse hulplijn die zijn website in andere talen aanbiedt.
De website kwam tot stand dankzij steun van Hilde Crevits, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Minister Crevits: “Praten helpt. Maar we beseffen dat dit voor veel mensen moeilijk ligt. Met veel overtuiging hebben we daarom geïnvesteerd in de nieuwe website van 1712 zodat we de drempel zoveel mogelijk kunnen verlagen. Intussen moet het een taak zijn van ons allemaal om het taboe rond geweld kenbaar en vooral bespreekbaar te maken, zodat slachtoffers makkelijker hun verhaal kwijt kunnen en ook effectief geholpen kunnen worden.”